Na de uitspraak van de Hoge Raad (Xella) over de slapende dienstverbanden bleven veel ondernemers toch nog achter met vragen. Niet in alle gevallen was duidelijk of er compensatie plaatsvond. Zelfs het orgaan dat beslist over compensatie, namelijk het UWV, kwam er niet altijd uit met het beantwoorden van vragen. Dit bleek o.a. tijdens de inmiddels fameuze bijeenkomst op het congres Labourlawlands eind november van dit jaar.
Minister Koolmees vond het tijd om wat opheldering te geven over die compensatie. Hij gaf daarom enkele antwoorden in zijn kamerbrief. Ik vat het even kort voor je samen.
Hoe zit het ook alweer met de compensatie?
De compensatieregeling is gepubliceerd. In dit blog lees je alles over hoe je in het algemeen in aanmerking komt voor de compensatie van de transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid. En ook over hoe je de compensatie aanvraagt en welke stukken van belang zijn.
Twee openstaande vragen over compensatie alsnog beantwoord
In de Kamerbrief beantwoordt de Minister twee vragen, namelijk over de maximale hoogte van de compensatie en de verhouding van de compensatie in relatie tot het arrest van de Hoge Raad (Xella).
De maximale hoogte van compensatie
Het UWV compenseert niet het deel aan transitievergoeding dat opgebouwd is over de periode dat het dienstverband langer slapend is gehouden. Evenmin compenseert UWV het deel over de periode waar sprake was van een verlengde loondoorbetalingsverplichting (loonsanctie).
Compensatie over het betaalde loon
Verder bedraagt de compensatie niet meer dan het tijdens twee jaar ziekte doorbetaalde loon.
Maar wat als een werknemer in aanmerking kwam voor een vervroegde IVA-uitkering bijvoorbeeld? Dan wordt dit volgens de compensatieregeling niet als loon tijdens ziekte beschouwd. Gevolg is dan dat er een lager bedrag zal worden gecompenseerd. Ditzelfde geldt ingeval van loonkostensubsidie.
Dit kan niet de bedoeling zijn volgens de Minister. Dus hij heeft besloten om dit ‘tweede maximum’ niet in werking te laten treden per 1 april 2020. Dat betekent dat de compensatie niet wordt gemaximeerd op het door de werkgever tijdens twee jaar ziekte betaalde loon. Hier volgt nader onderzoek over, maar het besluit wordt alvast wel aangepast op dit punt.
De Hoge Raad zegt dit over de slapende dienstverbanden
De Hoge Raad oordeelt dat een werkgever op grond van het goed werkgeverschap gehouden is in te stemmen met een voorstel van de werknemer tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden. En dit onder toekenning van een vergoeding aan de werknemer ter hoogte van de wettelijke transitievergoeding.
De uitspraak roept vragen op in de praktijk
Aldus ook de Minister. En ja, inderdaad, ik krijg ontzettend veel vragen van zowel werkgevers als werknemers. Dus het mag wel duidelijk zijn dat de Hoge Raad iets minder duidelijk was dan veel mensen dachten. Enkele vragen worden in de Kamerbrief beantwoord.
Compensatie ook ingeval van wederzijds goedvinden
De Minister gaat ervan uit dat ook ingeval van beëindiging met wederzijds goedvinden compensatie plaatsvindt door UWV. Dus niet alleen ingeval van procedures, maar ook door middel van het sluiten van een regeling in de vorm van een vaststellingsovereenkomst.
Hoe zit het met overgangsrecht en compensatie?
Wat zijn de implicaties van de uitspraak in samenhang met het overgangsrecht van de Wet arbeidsmarkt in balans? De transitievergoeding wijzigt natuurlijk per 1 januari 2020.
In sommige gevallen zal dit betekenen dat de transitievergoeding lager uitpakt in 2020 dan in 2019. Voor de compensatieregeling is overgangsrecht van toepassing. Als het einde van de 104 weken voor 1 januari 2020 ligt, maar de procedure tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst start na die datum, wordt de compensatie ook berekend volgens de nieuwe berekening.
Dus om in aanmerking te komen voor de compensatie ter hoogte van de oude berekening, moet je als werkgever voor 1 januari 2020 actie te ondernemen. Dat houdt ofwel het starten van een procedure in, ofwel het tot overeenstemming komen over een beëindiging met wederzijds goedvinden. De daadwerkelijke beëindigingsdatum mag wel na 1 januari 2020 liggen.
En nu?
De Minister roept dus op dat slapende dienstverbanden te beëindigen en wel voor 1 januari 2020 actie te ondernemen. De vraag is dan natuurlijk wel of je slapende werknemers ook actief moet benaderen of dat dit enkel geldt als je een verzoek van een werknemer kreeg. Dat laatste zal in de praktijk nog moeten blijken.