ZZP: Dag VAR! Welkom DBA?!
Een paar weken terug werd ik gebeld door Astrid. Zij werkt al jaren als freelancer in de entertainmentindustrie. Hans, een potentiële opdrachtgever, bood haar onlangs een baan in loondienst aan. Dat was vreemd.
Zij had zich overduidelijk gepresenteerd als freelancer en niet als werknemer. Hans durfde het bij nader inzien niet aan om te werken met een modelovereenkomst. Astrid was wel de perfecte kandidaat. Reden waarom zij een arbeidsovereenkomst toegestuurd kreeg.
Zij weigerde. Hans koos voor een ander.
Ik blogde al eerder over het verdwijnen van de VAR.
ZZP koudwatervrees
Hans is niet de enige met koudwatervrees. Het Financieel Dagblad liet op 13 april 2016 al weten dat de ZZP’er schade verwacht door de nieuwe wetgeving.
“De nieuwe wet heeft de afgelopen maanden echter tot paniek geleid bij partijen die regelmatig met zelfstandigen werken, en pakt schadelijk uit voor een relatief kwetsbare groep, zo waarschuwen critici al langer.”
Geen nieuwe ZZP-ers bij PostNL kopte de Volkskrant medio april. Deze koerswijziging had niets te maken met mogelijke schijnzelfstandigheid. Nee, dit ging om het feit dat consumenten liever een vast gezicht aan de deur hebben.
Was dat dan een probleem?
Ik meen van niet. Wel hoopte men een einde te maken aan de discussie over de schijnzelfstandigheid. Inmiddels heeft 10% van de ZZP-ers met wie reeds werd samen gewerkt, gekozen voor een vast contract. Ik vind dat niet veel eerlijk gezegd.
Dat er een discussie bestond over schijnzelfstandigheid bij PostNL is evident. In de helft van de gevallen die onder de rechter zijn geweest, is geoordeeld dat er sprake was van een arbeidsovereenkomst en dus niet van overeenkomst tussen opdrachtgever en opdrachtnemer.
Wet DBA
Met de invoering van de Wet DBA zouden de financiële risico’s beter verdeeld moeten zijn tussen de opdrachtgever en ZZP-er. Verder is de intentie om hun onderlinge arbeidsrelatie beter te kunnen laten controleren door de Belastingdienst.
Schijnzelfstandigheid kan in theorie beter worden bestreden door deze wet. Bij de oude VAR was dat lastig, aangezien honderdduizenden zelfstandigen elk meerdere verklaringen aanvroegen, die afzonderlijk gecontroleerd dienden te worden.
Tot nu toe lagen de risico’s bijna volledig bij de ZZP-er
Als nu geoordeeld wordt dat sprake is van een verkapt dienstverband waarover sociale premies hadden moeten worden afgedragen dan driegt voor de opdrachtgever een boete.
Geen wonder dat er meer koudwatervrees ontstaat. Ongetwijfeld hebben ook de media hierin een rol, aangezien men op alle manieren terecht of onterecht angst wordt aangejaagd.
Is dat dan reden om stil te blijven zitten? Nee, dat niet.
Wat is een ZZP-er?
Wat wordt eigenlijk verstaan onder een ZZP-er? Als we meegaan in de stelling van prof. mr. dr. Ruben Houweling (hoogleraar arbeidsrecht) dan bestaat dé ZZP-er niet eens.
Er zijn zoveel varianten te bedenken. Denk bijvoorbeeld aan de HR-professional, de kapper, de interim manager en ga zo maar door. Als we kijken naar de definitie van een ZZP-er dan biedt dat al veel inzicht en de weg naar een oplossing.
De SER sluit aan bij het fiscaalrechtelijke begrip van ondernemer:
“Een ZZP-er is een ondernemer die geen personeel in dienst heeft, waarbij voor de vaststelling of er sprake is van een ondernemer criteria gelden.”
De Belastingdienst hanteert dit begrip ook in het kader van de inkomstenbelasting. De criteria zijn als volgt:
- Zelfstandigheid bij de inrichting van de eigen werkzaamheden en het uitvoeren daarvan.
- Het voor eigen rekening en risico verrichten van de werkzaamheden.
- Het gericht zijn op en het perspectief hebben van het maken van winst.
- Bekendmaking van het ondernemerschap.
- Het streven naar meerdere opdrachtgevers.
Een voorbeeld uit de bouwwereld
toont aan dat het hebben van onafhankelijkheid zeer belangrijk voor de Belastingdienst. Een aanwijzing dat hiervan sprake is, kan volgen uit het dragen van eigen werkkleding en niet die van de opdrachtgever.
Het zelf indelen van de werktijden en de werkprocessen (binnen de kaders van de opdracht). Het gebruikmaken van eigen materialen en gebruik maken van eigen voertuigen.
Dus hoe zit het?
Vorenstaande kenmerken geven een duidelijk handvat.
- Als een gezagsverhouding ontbreekt dan is dat voor de Belastingdienst, naast het voldoen aan de andere kenmerken, met name dé aanwijzing dat er geen dienstverband bestaat.
- De feitelijkheid moet corresponderen met de werkelijkheid.
- De implementatiefase biedt vanaf 1 mei 2016 een jaar de tijd om te wennen aan de nieuwe praktijk. Aangekondigd is dat er wel toezicht wordt gehouden, maar dat er geen handhavingsmaatregelen worden genomen, tenzij er feitelijk al eerder een dienstverband bestond of sprake is van grove schuld.
- Neem nu de tijd om te onderzoeken hoe de relaties in de praktijk benoemd moeten worden. Overleg met de Belastingdienst is mogelijk en wenselijk. Alhoewel inmiddels helaas gebleken is dat de Belastingdienst er zelf ook niet altijd uit komt, kan er nu zonder enige schroom over gedebatteerd worden.
Heb je inmiddels al meer ervaring met de modelovereenkomsten of vragen hierover? Ik ben benieuwd.