Het recht op thuiswerken komt nu echt dichtbij, aldus het FD op 11 september (klik hier voor het artikel dat je alleen als abonnee kunt lezen).
Maar de kop van het artikel klopt niet. Zelfs als de Eerste kamer volgende week dinsdag instemt met het wetsvoorstel ‘Werken waar je wilt’ dan nog is er geen absoluut recht op thuiswerken.
*Inmiddels is bekend dat de Eerste Kamer het wetsvoorstel verwerpt. Klik hier.
Hoe het dan wel zit, lees je hier.
Eerst even dit: het verloop van het wetsvoorstel wet werken waar je wilt
In mijn blog ‘Waarom we geen wet ‘werken waar je wilt’ moeten willen’ lees je uitgebreid hoe het zit met de aanloop naar deze wet.
Inmiddels zijn er wat aanpassingen gemaakt en ligt het wetsvoorstel weer voor aan de Eerste Kamer. De Tweede Kamer is dus al akkoord. Vanwege Prinsjesdag moeten we een week langer wachten of het wetsvoorstel wet wordt.
Thuiswerken doen we toch al massaal? Waarom de noodzaak voor deze wet?
Wat mij betreft is die noodzaak er ook niet. De meeste werknemers werken al hybride en dus al een aantal dagen thuis. Waarom iets aanpassen wat prima werkt?
Feitelijk onderschrijft initiatiefnemer Van Weyenberg dit zelf ook. In het verslag van de behandeling van het wetsvoorstel in de Eerste Kamer lees je dat. Hij denkt dat je minder conflicten krijgt als het criterium duidelijk is en iedereen zich daardoor ook erkend en gehoord voelt. Hierdoor is deze wet geen grote revolutie. Maar een bevestiging van de norm juist voor die plekken waar het nog speelt.
De wet is dus geen grote revolutie. Dat klopt, want er is al een optie om het te regelen in de Wet flexibel werken. En onderschat werkgevers en werknemers niet die het vaak al prima onderling oplossen. Waarom iets veranderen wat goed werkt en daarmee de regeldruk verhogen?
Toetsing aan de hand van redelijkheid en billijkheid
Volgens Van Weyenberg is het criterium om een verzoek om thuiswerken te toetsen straks duidelijker. Bijzonder, aangezien het juist gaat om een heel vage norm. We hebben het over de redelijkheid en billijkheid. Voor velerlei uitleg vatbaar en dus voer voor juristen.
Kun je de redelijkheid en billijkheid wel inkleuren?
De grijze norm van redelijkheid en billijkheid wil je natuurlijk zoveel mogelijk kunnen inkleuren/invullen. Uit het verslag haal ik enkele handvatten om de afweging makkelijker te maken:
- De kosten en lasten van thuiswerken voor de werkgever c.q. de fiscale gevolgen.
- De sociale cohesie binnen kantoor en tussen collega’s. Maar dat betekent niet dat er geen minuut thuisgewerkt mag worden, aldus Van Weyenberg.
- Werknemers mogen collega’s door het thuiswerken niet in de problemen brengen. Denk dan aan de afwegingen die je maakt bij vakantieaanvragen.
- Medewerkers met een urenbeperking of een energetische beperking voor wie reizen zwaar is en veel energie kost, zullen eerder mogen thuiswerken.
- Hoeveel thuiswerkdagen vraagt je werknemer? Een verzoek vijf dagen thuis te werken is niet redelijk en billijk.
- Welke dagen worden thuiswerkdagen en wanneer is het team juist op kantoor. Of zijn er juist heel veel klanten over de vloer.
- Als iemand met extreem bedrijfsgevoelige of geheime informatie werkt, mag je als werkgever heel terughoudend, ook vanwege het ondernemersrisico dat daar aanzit.
- Thuiswerkbeleid dat opgesteld is in overleg met OR zal door een rechter meegewogen worden.
Het woord balans’ is het terugkerende woord dat Van Weyenberg graag gebruikt.
Toch meer duidelijkheid?
Volgens Weyenberg geeft deze wet werkgevers meer duidelijkheid, want de redelijkheid en billijkheid werkt twee kanten op. Een werkgever kan dus ook zeggen: nee, op dinsdagmiddag moet je er zijn, om die en die reden.
Het blijft belangrijk dat het in overleg gebeurt en dat het de steun heeft van de werkgevers en de werknemers.
In gesprek blijven over thuiswerken
Uiteindelijk maak je een formele belangenafweging om het verzoek om thuis te mogen werken af te wijzen of in te willigen. Tegelijkertijd is het altijd belangrijk om in gesprek te blijven. Zo kun je beter vragen naar de belangen van je werknemer, maar ook je eigen belangen als ondernemer benoemen.
Natuurlijk in de hoop dat je over en weer begrip kweekt en (juridisch) gedoe voorkomt.
En nu?
Thuiswerken wordt dus sowieso geen recht. Je moest – ook als het wetsvoorstel door de Eerste Kamer zou komen – een verzoek om thuis te mogen werken, afwegen aan de hand van de redelijkheid en billijkheid.
Eerste kamer verwerpt het wetsvoorstel!
De meeste fracties vonden het een sympathiek wetsvoorstel, maar zagen niets in de nut en noodzaak van de wet. Bovendien vonden ze de regeldruk voor de werkgevers te ver gaan. Er komt dus geen aanpassing. Alles blijft zoals het was.
Hoe zit het dan?
Lees hier mijn tips over de juridische kant van thuiswerken.
Foto: Unsplash Scott Webb