Het was breaking news: de persoonlijke omstandigheden van de werknemer moeten worden meegewogen bij de billijke vergoeding en het karakter was toch niet punitief.
Wat is het verhaal?
Een paar jaar geleden ging een kapster met vakantie terwijl ze niet mocht van haar werkgever. New Hairstyle vond haar gedrag niet erg collegiaal en was er – letterlijk gezegd – klaar mee. De kapster werd op non actief gesteld en moest na afloop van de opzegtermijn het veld te ruimen. Of het ontslag juridisch juist was, kon New Hairstyle niet schelen.
De kapster vond het ontslag onterecht en zocht haar heil bij de kantonrechter, daarna bij het Hof en tot slot bij de Hoge Raad.
Ze vroeg vanwege de verstoorde arbeidsrelatie niet haar baan terug. In plaats van het ontslag te laten vernietigen, maakte ze aanspraak op een transitievergoeding en een billijke vergoeding. Om de hoogte van die laatste vergoeding is het allemaal te doen. In plaats van de € 4.000,– bruto die was toegekend, wilde de kapster een vergoeding van bijna € 58.000,– bruto.
Wat is ook alweer een billijke vergoeding?
Als de werkgever ernstig verwijtbaar heeft gehandeld of nagelaten dan moet de ontslagen werknemer daarvoor worden gecompenseerd. In een aantal gevallen kan de rechter dan – naast de transitievergoeding – een billijke vergoeding toekennen.
Wanneer is sprake van ernstige verwijtbaarheid?
Je kunt bijvoorbeeld denken aan een werkgever die zonder verbetertraject van de ene op de andere dag zijn werkneemster ontheft uit haar functie en de functie en standplaats ook nog eens onterecht eenzijdig wijzigt. Dit ernstig verwijtbare gedrag werd bestraft met een vergoeding ter hoogte van een jaarsalaris.
Verder staan in de wet situaties omschreven. Een voorbeeld daarvan is de niet rechtsgeldige opzegging, zoals het geval was in de kapperszaak.
Hoe zit het dan met de billijke vergoeding en de gevolgen van het ontslag?
De gevolgen van het ontslag zijn al inbegrepen in de transitievergoeding. Einde discussie zou je zeggen.
Maar de Hoge Raad vindt dat uit de tekst van de Wet en de parlementaire geschiedenis niet af te leiden is dat de gevolgen van het ontslag bij het vaststellen van de billijke vergoeding geen rol mógen spelen. Sterker nog, als de gevolgen zijn toe te rekenen aan het aan de werkgever te maken verwijt dan moeten die juist wel een rol spelen.
Say what?!
Met de WWZ wilden ze toch een einde maken aan de vergoedingen die rekening hielden met de lengte van het dienstverband, de leeftijd van de werknemer in verhouding tot de gevolgen van het ontslag?
Ik zei het in het begin al. De ontslagen werknemer heeft een keuze: de rechtbank vragen om vernietiging van het ontslag of vragen om een billijke vergoeding.
Stel de kapster vroeg om een vernietiging van de opzegging. Dan zou zij wedertewerkstelling en doorbetaling van loon vorderen.
Maar dat deed zij niet. Zij wilde haar baan niet terug en maakte aanspraak op een billijke vergoeding. De Hoge Raad vindt – gesteund door de wetsgeschiedenis – dat in zo’n geval wel rekening moet worden gehouden met het niet genoten loon en dus met de gevolgen van het ontslag.
Waar moet je dan aan denken? 4 TIPS
Als je kijkt naar de uitspraak in de kapperszaak dan vindt de Hoge Raad het volgende belangrijk:
- De arbeidsrelatie met de kapster was door toedoen van de werkgever verstoord geraakt. De kapster had alle reden om een billijke vergoeding te vragen en niet gewoon aanspraak te maken op haar baan. Dikke kans dat de rechter dus rekening houdt met het inkomen dat zij kon verdienen als ze wel in dienst was gebleven.
- Maar als de kapster inmiddels ander werk heeft gevonden, is dat een punt van aandacht. Net als de hoogte van die inkomsten en eventuele andere inkomsten die zij in de toekomst kan verdienen.
- De Hoge Raad vindt dat de eventueel aan werknemer toekomende transitievergoeding moet worden meegenomen in de afweging.
- Als elementen van de billijke vergoeding zien op de vergoeding van schade van de werknemer moeten de wettelijke regels van artikel 6:95 e.v. BW in acht worden genomen.
De billijke vergoeding heeft dus toch geen punitief karakter?
Klopt. De Hoge Raad maakte hiermee korte metten, omdat dit niet uit de parlementaire toelichting op de WWZ blijkt. Bij het vaststellen van de billijke vergoeding hoeft dus geen straf aan de werkgever te worden uitgedeeld.
En houdt de rechter toch rekening met de gevolgen van het ontslag als het gaat om de billijke vergoeding. Iets wat iedereen ondenkbaar vond bij de introductie van de WWZ. Dat is dus zo spannend aan de uitspraak van de Hoge Raad.
BIJGEWERKT: Wat zegt het Hof op 14 februari 2019?
De zaak kwam weer bij het Hof terecht om te kijken naar de hoogte van de vergoeding. Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft alle omstandigheden die van belang zijn bij het bepalen van de hoogte van de billijke vergoeding uitvoerig geanalyseerd. Daarbij is het hof onder andere ingegaan op de invloed van de transitievergoeding, een WW-uitkering en andere feitelijke inkomsten. Ook de financiële schade van de opzegging voor de kapster is aan de orde gekomen. Als het hof alles tegen elkaar afweegt, komt het, net zoals het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, tot het oordeel dat de door de kantonrechter bepaalde 4.000 euro aansluit bij de uitzonderlijke omstandigheden van deze zaak. Lees hier de hele uitspraak.
En nu?
Doe je voordeel met de 4 tips als je te maken krijgt met de billijke vergoeding.
En lees dit blog over toen het muizengaatje net nieuw was.