Overgangsregeling transitievergoeding kleine werkgevers

Werknemers (tijdelijk en vast) die ten minste twee jaar in dienst zijn geweest, komen bij ontslag in aanmerking voor een transitievergoeding. Voor kleine werkgevers is er een overgangsregeling.

Wat houdt die overgangsregeling in?

Bij het bepalen van de transitievergoeding kun je uitgaan van een startdatum van 1 mei 2013. Zelfs al heeft het dienstverband met je werknemer langer geduurd.

De reden hiervoor is dat werkgevers bij het aanvragen van een ontslagvergunning bij het UWV voorheen geen ontslagvergoeding verschuldigd waren.

De overgangsregeling duurt tot 1 januari 2020. En moet kleine werkgevers in staat stellen om een potje op te bouwen voor de transitievergoeding.

Wanneer geldt die overgangsregeling?

1. Het ontslag is vanwege een bedrijfseconomische noodzaak.
2. Je hebt niet meer dan 25 werknemers.
3. Je voldoet aan een aantal voorwaarden dat staat opgesomd in artikel 24 lid 2 Ontslagregeling.

Wat zijn die voorwaarden dan? Zie aanpassing onderaan dit blog voor regeling vanaf 1 januari 2019

• het netto resultaat van je onderneming over het boekjaar en de twee vorige boekjaren voor de ontslagaanvraag was kleiner dan nul;

• de waarde van het eigen vermogen van je onderneming was negatief aan het einde van het boekjaar voor het jaar waarin je ontslag vraagt;

• binnen je onderneming is de waarde van de vlottende activa aan het einde van het boekjaar voordat je ontslag vraagt kleiner dan de schulden met een resterende looptijd van ten hoogste een jaar.

Wat levert de overgangsregeling concreet op?

Ter verduidelijking geef ik het volgende voorbeeld:

Je werknemer is geboren op 19 augustus 1965 en is dus 50 jaar oud. Hij is in dienst vanaf 1 augustus 1996. Zijn datum uit dienst zal 1 januari 2016 zijn. Het bruto maandsalaris bedraagt € 2.500,– te vermeerderen met 8% vakantietoeslag. Hij wordt ontslagen vanwege een bedrijfseconomische noodzaak.

Indien je als werkgever 25 werknemers of meer hebt, bedraagt de transitievergoeding € 21.150,- bruto.

Indien je als werkgever minder dan 25 werknemers hebt, worden de dienstjaren pas vanaf 1 mei 2013 meegeteld in de berekening en bedraagt de transitievergoeding € 2.250,- bruto.

Het verschil is dus behoorlijk.

Wie toetst de overgangsregeling?

Het UWV toetst of je als werkgever aan de voorwaarden voldoet om gebruik te kunnen maken van de overgangsregeling.

Je moet dan bij het aanvragen van het ontslag bij het UWV een verklaring overbruggingsregeling transitievergoeding aanvragen. Het UWV zal bij die toetsing goed kijken of de informatie die je verstrekt bij de ontslagaanvraag naadloos aansluit op de informatie die je verstrekt bij het verzoek om een verklaring overbruggingsregeling transitievergoeding. Je moet gebruikmaken van een verplicht gesteld formulier van UWV.

BIJGEWERKT BLOG OP 7 JANUARI 2019

Per 1 januari 2019 worden de criteria voor de toepassing van de overbruggingsregeling transitievergoeding verruimd. Het wordt daarmee voor werkgevers makkelijker om hiervoor in aanmerking te komen. Wat verandert er?

Vanaf 1 januari 2019 is in nieuwe ontslagprocedures niet langer vereist dat er in elk van de drie boekjaren voor aanvang van de ontslagprocedure een verlies moet zijn geleden. Bepalend wordt dat gemiddeld over deze drie boekjaren een negatief resultaat is behaald. Daarnaast geldt niet langer dat er sprake moet zijn van een negatief eigen vermogen. Bepalend wordt dat de waarde van het eigen vermogen van de onderneming ten hoogste 15 procent was van het totale vermogen van de onderneming in het jaar voorafgaand aan de ontslagprocedure. De overbruggingsregeling geldt tot 1 januari 2020. Tot 1 januari 2020 hebben kleine werkgevers dus de tijd om reserves op te bouwen voor het eventueel moeten uitbetalen van transitievergoeding. Lees deze informatie ook terug via de website van Rijksoverheid.

Bent u een kleine werkgever of werkt u voor een kleine werkgever en heeft u vragen over dit onderwerp neem dan gerust contact op.